Imkerij

Imkerij

Eeuwenoud en bezield door biodiversiteit

Imkers kunnen een heel belangrijke rol spelen in een klimaatrobuuste toekomst. Door hun honingbijen te koesteren, dragen ze tegelijk ook zorg voor hun omgeving en kunnen ze voldoende voedsel voorzien voor zowel de honingbijen als allerlei andere bestuivers. Daarenboven hebben imkers een signaalfunctie. Als het slecht gaat met de honingbij, worden ook andere insecten bedreigd. Het eeuwenoude vakmanschap van de imker is daarom cruciaal, en kan hand in hand met onderzoek en technologische innovaties bijdragen aan een duurzame toekomst.

Zowel in Vlaanderen als in Nederland zijn er grote aantallen bijenhouders actief, en zijn beginnerscursussen enorm populair. Aan imkers dus geen gebrek. Voor het project Water & Land werkten we samen met een aantal van hen, alsook met onderzoekers uit Nederland en Vlaanderen. In Nederland is het bijenhouden reeds erkend als immaterieel cultureel erfgoed en prijkt het op de Inventaris, in Vlaanderen kreeg het vakmanschap al een plekje op het platform.

Imkerij 1

Bijenhouden of imkeren is een eeuwenoud vakmanschap. De imker houdt honingbijen, die in een kolonie of volk leven in bijenkasten of -korven. In ruil voor de zorg voor zijn of haar bijen en het bestrijden van ziekten, parasieten en andere bedreigingen, kan de imker honing en bijenwas oogsten. De imkerij evolueerde eeuwen mee met de beschikbare technieken, van korven naar houten (of zelfs kunststof) kasten, met allerlei technologische snufjes en monitoring systemen. Ook verschillende types imkers ontplooiden zich in de loop der tijd: van hobby-imker tot professionele bestuivingsimker, van honinghaler tot ecologische imker.

Ooit was het imkeren een belangrijke nevenactiviteit van de landbouwer. Honingbijen hadden (en hebben) immers een belangrijke bestuivende functie, de bijenwas werd gebruikt voor kaarsen en de honing kon worden verkocht als bijverdienste. Toen vanaf halverwege de negentiende eeuw steeds vaker goedkope honing werd ingevoerd, en in de decennia daarna ook stilaan elektrische verlichting zijn intrede begon te doen, gingen daarmee dus ook een aantal belangrijke verdienposten van de honingbij verloren. Vandaag zijn de honingoogst en de productie van bijenwas veelal bijverdiensten en blijft enkel de bestuivende functie overeind. Met de opkomst van de intensieve land- en tuinbouw is juist de rol van de honingbijen als bestuivers steeds groter geworden. Zo’n 70% van onze belangrijkste voedselgewassen hebben namelijk bestuiving nodig.

Is het wel goed voor de honingbij? Da's de vraag niet. Is het goed voor de biodiversiteit? En daar heeft de honingbij een plaats in.

 

- Aat Rietveld, ambassadeur biodiversiteit en voormalig vice-voorzitter van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging

Imkerij 3

Imkers kunnen een heel belangrijke rol spelen in een klimaatrobuuste toekomst. Door hun honingbijen te koesteren, dragen imkers tegelijk ook zorg voor hun omgeving en kunnen ze voldoende voedsel voorzien voor zowel de honingbijen als allerlei andere bestuivers. Imkers kunnen gaan inzetten op nieuwe aanplantingen om gevarieerd voedsel te voorzien. Daarbij spreken ze van ‘drachtplanten’: planten die in de vorm van nectar en pollen voedsel leveren aan de honingbij en andere insecten. Om het hele jaar door voedsel te hebben, is het nodig dat bijen van februari tot november een aanbod van bloeiende planten hebben. Daarmee kunnen ze zichzelf van honing en wintervoeding voorzien. De imker kan de bijen helpen om die zogenaamde ‘bloeiboog’ rond te maken, door specifieke – inheemse – planten te groeien en lokaal de nodige soortenrijkdom (terug) in te voeren. Zo kan de imker zijn directe omgeving verrijken met eenjarige en meerjarige planten, rekening houden met wat reeds groeit in de omgeving – van natuurlijke planten tot landbouwgewassen. Daarmee versterken ze ook de draagkracht van een gebied, waar ook de wilde bijen op zoek gaan naar voedsel.

Bovendien zijn de honingbijen een zeer goede indicator voor de kwaliteit van de omgeving. Het eeuwenoude vakmanschap van de imker, zijn inzicht in de vitaliteit en het functioneren van een bijenvolk zijn daarom cruciaal. Dat kan hand in hand met onderzoek en technologische innovaties bijdragen aan een duurzame toekomst. René De Backer, voorzitter van het Vlaams Bijeninstituut, vertelt:

De honingbij is de kanarie in de kolenmijn. Als het met de honingbij slecht gaat, gaat het met de natuur slecht.

De kennis van de imkers, over hun bijenvolken, de drachtplanten, het verzorgen van een bloeiboog en de lokale effecten daarvan zit in de eerste plaats in de hoofden en handen van deze erfgoeddragers. Deze veeleer praktische en ongrijpbare kennis is daardoor soms moeilijk te vatten voor beheerders en beleidsmakers. Met behulp van burgerwetenschapsprojecten lukt het stilaan om die kennis te verankeren. Vanuit zijn signaalfunctie monitort hij veranderingen in de omgeving, al dan niet veroorzaakt door klimaatverandering. Het inzicht van de imker in de omgeving en zijn praktijkkennis kunnen zo een belangrijke schakel vormen in het versterken van de wilde bijen en de lokale biodiversiteit.

Imkerij 4

De afgelopen eeuw hebben we het landschap steeds meer en steeds ingrijpender naar onze hand gezet, uitgaande van de maakbaarheid van de natuur. We lopen nu echter tegen de grenzen van dat idee aan, met alle gevolgen van dien.Het herstellen van die balans is geen eenvoudige taak en vereist een fundamentele verandering in ons denken over natuur en landschap. We moeten afstappen van een maakbare, mensgerichte benadering en overschakelen naar een landschapsvisie met aandacht voor het ecosysteem. Daar kan de immaterieel erfgoedpraktijk van het bijenhouden toe bijdragen. In een landschap dat zo is uitgekleed dat het onvoldoende voedselbronnen biedt voor zowel honingbijen als wilde bijen, kunnen bijenhouders helpen om dit weer tot leven te brengen.

En in de toekomst?

Imkers worden vandaag al regelmatig betrokken in onderzoek, beheer of beleid. Ze kunnen met behulp van hun honingbijen een belangrijke signaalfunctie vervullen of data verzamelen voor wetenschappelijk onderzoek. Daarenboven helpt bijenhouden met aandacht voor de natuur niet enkel de honingbijen vooruit, maar ook andere bestuivende insecten. Slimme aanplantingen met inheemse soorten kunnen lokaal de bloeiboog vervolledigen en zowel de wilde bij als de honingbij van stuifmeel en nectar voorzien. Steeds meer imkers engageren zich voor deze manier van bijenhouden. Bovendien kan iedereen hiertoe bijdragen. Aandacht voor een bijenvriendelijke omgeving helpt imkers, de honingbijen én wilde bestuivers vooruit. Het aanplanten van inheemse soorten, het plaatsen van insectenhotels of stukjes grond onbewerkt te laten voor nestgelegenheid zijn allemaal mogelijke maatregelen voor een biodiverse toekomst. Dat kan in de eigen tuin, of in samenwerking met steden en gemeenten, bedrijven of organisaties… Samen met de imkers, en de bijen, voor de toekomst!

Interessante links en documenten

Interessante links

  • Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, Bijenhouden
  • Wageningen University & Research en partners, Hulp voor Bestuivers
  • Werkplaats immaterieel erfgoed, Imkeren
  • Naturalis Biodiversity Center, Bloeibogen

Organisaties verbonden met het bijenhouden in Vlaanderen en Nederland


 

Werkplaats Immaterieel Erfgoed
ILVO
Pulse
Human and Nature
Rivierenland
Agentschap Onroerend Erfgoed
Vlaamse Land Maatschappij
Vlaamse Milieumaatschappij
Wageningen
Meertens Instituut
Universiteit Antwerpen